De drijfkracht
Aan het einde van de negentiende eeuw werden de werkplaatsen en de molens voorzien van aandrijvingen om de drijfkracht naar de uiteindelijke plaats van gebruik over te brengen. Deze overbrenging werd met name in werking gesteld door (motorische) drijfkracht: in de meeste gevallen betrof dit een stoom-, verbrandings- of elektrische motor, een rosmolen of een waterrad.